Hoe ik me bij Willy Wonka waande

Foto door Saar Vangeel

Of ik eens een kijkje wilde nemen achter de schermen van Ecover? Dat moesten ze geen 2 keer vragen. Tuurlijk dat!

Altijd leuk, he, om eens keertje ergens te mogen piepen waar je op een doorsnee dag niet eens zou mogen komen. Ik keek er dus heel erg naar uit en trok goedgemutst richting Malle, op een boogscheut van mijn eigen knusse stulp. Ja, die Ecover wordt bijna in onze achtertuin gemaakt. En ik blijk nog wel wat gemeen te hebben met dit merk: wij zijn van hetzelfde bouwjaar! ’79, een goei jaar. Gezellig vertrouwd dus!

Het rook er al meteen fris gewassen nog vóór ik hun voordeur was binnengestapt.  Ik waande me ook meteen in de fabriek van Willy Wonka, met al die vrolijkheid. Een grote regenboog aan de zijkant van een trapje hier, opmonterende frisse spreuken daar, verwijzingen naar eenhoorns ginder en overal medewerkers met kleurige t-shirts als uniform. Ik zou bijna m’n job opgeven en hier komen solliciteren…

Samen met Elfi en 2 journalistes kwam ik vanalles interessants te weten, zelfs voor we aan de rondleiding begonnen. Dat Ecover al met duurzaamheid bezig was lang voor die term zo hot werd, want ze bouwden de eerste ecologische fabriek ter wereld. En ze kregen ook een Hero of the Environment Award. Vanaf het prille begin vonden ze het niet kunnen om chemicaliën aan hun wasproducten toe te voegen. Ik ontdekte dat Method een zustermerk is van Ecover sinds 2014, om naast hun authentieke Belgische merk ook de routine te doorbreken met deze opvallende kleuren en wat geur. In het motto zie je hun ambitie om de wereld schoner achter te laten: People Against Dirty. En dat zijn geen holle woorden want ze screenen hun producten steeds op impact op het milieu, ze volgen hun watergebruik en koolstofuitstoot nauwgezet op, beperken hun afval en geven dat alles scores om het steeds beter te kunnen doen. Ze zijn dan ook trots op hun B-Corp Certificatie, wat voor een bedrijf gelijkaardig is aan het Fairtrade label voor koffie. ‘Dikke duim!’, om onze 5-jarige te citeren.

En dan konden we eindelijk eens echt binnen gaan gluren! Ik weet niet hoe jij je een fabriek voorstelt, maar ik denk dan aan een grijze ongezellige ruimte vol gigantische machines, veel lawaai, veel beton en weinig licht. Niks van dat, no sir, no. We liepen door lichte ruimtes, met prachtige kolossale houten gewelven (Ja, houten! Ik voelde me meteen thuis!) om het groendak te ondersteunen, muren gemaakt uit een combinatie van sustainable bakstenen, stro en klei. Al die bouwmaterialen werden bij lokale leveranciers gehaald, naar het Buy Local principe. Door de lichtkoepels valt er natuurlijk licht binnen en hoewel er geen enkele verwarming brandt of dakisolatie aanwezig is, loop je er rond in een aangename temperatuur dankzij het groendak. ‘Allright!’, onze bijna 3-jarige.

We passeerden hun ‘kookpotten’, waar het gekende merk nauwkeurig samengesteld wordt en dankzij de automatisering heel erg efficiënt en dus ook met opvallend weinig productieverlies gemaakt wordt. Die efficiëntie is Ecovers antwoord op de toxische ingrediënten van concurrenten: dit houdt hun productieprijzen lager én tegelijkertijd ook hun product milieuvriendelijker.

En daar zie je dan 200 000 flessen passeren die dagelijks geproduceerd, gevuld en verspreid worden. Een deel van zo’n fles is gemaakt uit Post Consumer Plastic, met andere woorden uit het afval dat jij en ik in onze pmd-zakken zwieren, de rest is gebaseerd op suikerriet. Hun distributie besteden ze uit aan bedrijven die er efficiënter in zijn, wat natuurlijk ook een besparing op de milieu-impact betekent. In heel de productieketen werken ze trouwens aan duurzaamheid door contractueel met hun partners vast te leggen dat zij ook hun CO2-uitstoot beperken, hybride trucks en groene energie gebruiken, … Dat noem ik nog eens groen ondernemen!

Tot slot mochten we nog even langs bij de 2 perfume managers die een hele werkweek in het labo afwastesten uitvoeren, koppige vlekken wegtoveren, experimenteren met ingrediënten en geuren en uiteraard niet te veel van hun keukengeheimen aan ons konden prijsgeven. Maar ze konden ons wel meegeven dat  de Essential lijn van Ecover het Ecocert label heeft en dus 100% bio based is – in mensentaal: 100% ingrediënten van hernieuwbare origine heeft.

Naast hun ecologische aanpak, werd ik het meest gecharmeerd door het menselijke karakter. Ecover kiest er bewust voor om hun capaciteit niet uit te breiden en over te stappen van een 5-dagen-werkweek naar een round-the-clock-24/7 want hun werknemers hebben niet voor een weekendsysteem gekozen toen ze hier kwamen solliciteren. Een sociaal leven vindt Ecover ook belangrijk. Eén van hun werkneemsters maakt uit eigen initiatief van allerlei voorwerpen in de fabriek foto’s  om tijdens de lunchpauze aan de anderstalige collega’s minilesjes te geven. Een vrouw naar mijn hart! En dat de bedrijfsleiders dit opmerken en haar daarvoor in de bloemetjes zetten, siert ook hen. Net zoals het idee om hun deuren – nu ja, daken – open te zetten voor de lokale lagere school om elk jaar op dit grootste groendak van Europa te klimmen om over de bijen in hun bijenkorven te leren.

Ja, Ecover. Ik ging de fabriek binnen als fan. En dat is niet veranderd. Blij dat ik er eens mocht gaan rondneuzen, ookal heb ik geen Oempa Loempa’s kunnen spotten. Dat kan weer mooi van mijn (stiekem onbestaande) bucket list. ‘Yessss!’ Beide kinders. Inclusief vuistje en neerwaartse armbeweging om een overwinning te benadrukken.